Ook komend seizoen staan er weer enkele lezingen op het programma naar aanleiding van spraakmakende tentoonstellingen in Nederland. Tijdens de lezingen wordt niet alleen ingegaan op de getoonde kunstwerken, maar worden de onderwerpen ook in een breder kader geplaatst. Hierdoor bieden deze lezingen u een uitstekende inleiding om op eigen gelegenheid de betreffende tentoonstellingen te bezoeken.
1) Alles Gegeven. Marie Tak van Poortvliet en Jacoba van Heemskerck
Kunstmuseum, Den Haag, 5 juli 2025 t/m 1 maart 2026
Lois Dodd. Framing the ephemeral
Kunstmuseum, Den Haag, 30 augustus 2025 t/m 4 januari 2026
We beginnen dit seizoen met twee tentoonstellingen uit het Kunstmuseum Den Haag die gewijd zijn aan drie opvallende vrouwen.
Jacoba van Heemskerck (1876- 923) en Marie Tak van Poortvliet (1871-1936) ontmoetten elkaar op jonge leeftijd in Den Haag, waar Van Heemskerck later ook studeerde aan de Koninklijke Academie. Hun vriendschap groeide uit tot een levenslange, liefdesrelatie – grotendeels verhuld door sociale conventies. Van Heemskerck ontwikkelde zich tot een van de toonaangevende expressionisten van haar tijd. Op haar beurt ontpopte Tak van Poortvliet zich als een van de belangrijkste (vrouwelijke) verzamelaars van moderne kunst. In deze door mannen gedomineerde wereld werd hun onafhankelijkheid, invloed en talent zowel bewonderd als gewantrouwd. Hun zomerverblijf in Domburg groeide uit tot broedplaats van de avantgarde. Beiden deelden een diepe interesse in theosofie, antroposofie en later ook biodynamische landbouw. De tentoonstelling toont hoogtepunten uit Van Heemskercks oeuvre naast topstukken uit de privé-collectie van Tak van Poortvliet.
Vorig seizoen waren veel deelnemers onder de indruk van de schilderijen van de voor velen nog onbekende Marianne von Werefkin. Dat zou dit seizoen zo maar weer het geval kunnen zijn met het werk van de nog steeds schilderende, Amerikaanse Lois Dodd (1927). Kunstmuseum Den Haag organiseert de eerste Europese overzichtstentoonstelling ooit van haar werk, terwijl ze al bijna acht decennia actief is. Al die tijd houdt ze vast aan haar eigen vorm en stijl: contemplatieve werken die zich ergens tussen figuratie en abstractie in bevinden. Ze liet zich onder andere inspireren door Mondriaan, maar vaak doet haar werk ook denken aan Matisse en Geor-gia O’Keeffe. Ze schildert vooral observaties van haar directe omgeving. Groene landschappen, gedetailleerde closeups van bloemen, nachtelijke hemels, dichtbegroeide bossen, ramen, waslijnen, verweerde houten schuren en stadsgezichten zonder mensen. Haar werken bevinden zich inmiddels in toonaangevende musea zoals het MoMA in New York.
2) 1913, De Grote Kunstexplosie
Singer, Laren , 16 september 2025 t/m 11 januari 2026
In de periode 1910-1913 ontwikkelt het modernisme zich in Europa en raken Nederlandse kunstenaars en critici steeds meer vertrouwd met moderne stromingen als het Franse kubisme, Italiaanse futurisme en Duitse expressionisme. Dit zien we terug in de werken van o.a. Jan Sluijters, Kees van Dongen, Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerck, Peter Alma en Lodewijk Schelfhout. De tentoonstelling focust op de Nederlandse schilderkunst uit 1913 en de kunstwerken die dat jaar op toonaangevende (inter-)nationale exposities te zien waren. Zij worden echter in een bredere context geplaatst door ze te combineren met bruiklenen van o.a. Wassily Kandinsky, Amedeo Modigliani, August Macke, Raoul Dufy, Henri Le Fauconnier en Robert Delaunay. Deze combinaties maken de artistieke uitwisseling zichtbaar. De tentoonstelling vormt een eerbetoon aan de afzwaaiende museumdirecteur Jan Rudolph de Lorm, die in de afgelopen 17 jaar keer op keer werd getroffen door de bijzondere allure van kunstwerken uit 1913.
3) Brancusi
H'Art Museum, Amsterdam, 20 september 2025 t/m 18 januari 2026
Dit najaar presenteert H’ART Museum, in Amsterdam de allereerste solotentoonstelling van Brancusi in Nederland. De Roemeen Constantin Brancusi (1876-1957) wordt beschouwd als een van de grondleggers van de moderne beeldhouwkunst. Geboren als zoon van een arme boer had hij een moeilijke jeugd en leidde grotendeels een zwervend bestaan. In diverse steden volgde hij opleidingen en in 1907 werd hij assistent van August Rodin, maar al snel begon hij zelfstandig beelden in steen en hout te maken. Brancusi zou nl gaan streven naar de grootst mogelijke eenvoud met een zo groot mogelijke beeldende zeggingskracht. Dit artistieke ideaal probeerde hij te bereiken door een radicale abstractie van vorm na te streven. Zijn diverse diervoorstellingen en vrouwenportretten zijn wereldberoemd. En dan is er nog Het begin van de wereld, dat nogal tot ophef leidde toen het in 1995 voor fl 3,1 miljoen door het Kröller-Müller werd aangekocht en als bijnaam Het ei van Brancusi kreeg. Brancusi was van grote invloed op andere beeldhouwers en uiteraard wordt ook hieraan in de lezing aandacht besteed.
Ook in deze laatste lezing komen twee tentoonstellingen aan bod!
4) Thuis
Thuis in de 17e eeuw
Rijksmuseum, Amsterdam, 17 oktober 2025 t/m 11 januari 2026
Thuis bij Ter Borch
Museum de Fundatie, Zwolle, 6 september 2025 t/m 1 febrauari 2026
Werken uit onze 17e eeuw zijn bij de meesten wel bekend, maar deze tentoonstelling heeft een andere insteek: ze geeft ons een intiem inkijkje in het dagelijks leven van de Nederlanders in die tijd. Hoe woonden zij? Wat vertellen hun meubels en gebruiksvoorwerpen over het huwelijk, opvoeding, eten, persoonlijke verzorging, ontspanning en vermaak. Van singles tot drukke gezinnen, elk huishouden weerspiegelde eigen leefstijlen en opvattingen, beïnvloed door cultuur, klasse en geloof. Uiteraard zullen ook schilderijen in deze lezing een belangrijke rol spelen.
In de 17e eeuw was Zwolle de thuishaven van de belangrijke kunstenaarsfamilie Ter Borch. We maken niet alleen kennis met Gerard, die beroemd werd met zijn manier van stoffen schilderen en de uitdrukking van zijn personages, maar ook met zijn minstens zo getalenteerde broers en zussen. Door het uitzonderlijke feit dat Gesina ter Borch het grote familiearchief zorgvuldig bewaarde, inclusief tekeningen en schetsen, hebben we nu nog een uniek inkijkje in de samenwerking tussen de verschillende familieleden.
Ongetwijfeld komen een aantal van de objecten die op de tentoonstelling in het Rijksmuseum te zien zijn ook voor op de werken van de Ter Borchs.